• Home
  • Emigratie
    • Waarom Ecuador?
    • Waar wonen?
    • Mijn woonplaats
    • Verblijfsvergunning
    • Veiligheid
    • Voordelen voor 65+
    • Politiek en economie
    • Gezondheidszorg
  • Reizen
  • Blog
  • Over Mij
  • Contact
Thuis In Ecuador
  • Home
  • Emigratie
    • Waarom Ecuador?
    • Waar wonen?
    • Mijn woonplaats
    • Verblijfsvergunning
    • Veiligheid
    • Voordelen voor 65+
    • Politiek en economie
    • Gezondheidszorg
  • Reizen
  • Blog
  • Over Mij
  • Contact

Reizen

Ayangue

Als wij even de stad uit willen voor een dagje of een weekendje uit, ligt een uitstapje naar Salinas aan de kust voor de hand. Deze badplaats waar veel middenklasse Guayaquileños een tweede woning hebben, ligt op minder dan twee uur rijden hier vandaan en heeft alles wat je van een doorsnee badplaats kunt verwachten : strand, een uitgestrekte wandelboulevard, een groot aantal hotels en appartementen, restaurants en discotheken.  In de vakantieperiode of in de weekends rond de feestdagen kan het er echter erg druk en lawaaierig zijn vanwege de vele feestjes van jongeren die de gewoonte hebben tot in de late uurtjes salsamuziek uit auto-luidsprekers (!) te laten schallen.

Sinds wij in Ecuador wonen zijn wij  tientallen keren in Salinas geweest maar toch ging ik altijd veel liever naar het dichterbij gelegen rustige Playas met zijn brede, kilometerslange strand of noordelijker, naar vissersdorpjes zoals Canoa, Puerto Lopez of San Clemente.

Van het kustplaatsje Ayangue had ik tot vóór enkele weken nog nooit gehoord tot ik er via een populaire Nederlandse boekingssite een hotelletje vond.
Eenmaal in het plaatsje gearriveerd was ik op slag gecharmeerd van  dit rustige badplaatsje, gelegen in een hoefijzervormige baai met aan weerskanten rotsen en witte vissersbootjes strak afstekend tegen de achtergrond van de blauwe lucht, rustig dobberend op de golven.

Het zeewater is hier niet alleen veel minder woelig dan op andere plaatsen aan de Ecuadoriaanse kust  maar het is ook heerlijk lauwwarm en opvallend helder. En, - zo leerde ik later in gesprek met Humberto, de vriendelijke schoonmaker in het hotel - het is daarom ook bekend dat Ayangue een ideale plek is om te  snorkelen en te duiken.
Foto
Vooral onze kinderen hebben gedurende twee dagen genoten van het zwemmen in het ondiepe water maar zelf lag ik de meeste tijd, languit in een strandstoel onder een grote parasol. Nou ja, ik ben wel enkele keren wadend door het warme zeewater van de ene kant van de rotsen naar de andere kant gelopen.

Toeristisch-commercieel  is Ayangue weinig ontwikkeld : Van georganiseerde excursies valt weinig te bespeuren, hooguit kun je boottochtjes maken naar het op een kwartier varen gelegen Roze Strand, aldus genoemd naar de roze kleur van de spondylus-schelpen die hier in overvloed worden aangetroffen.

Zoals in de meeste kustplaatsjes in Ecuador vind je op het menu van de eenvoudige restaurantjes langs het strand voornamelijk zeevruchten- en visgerechten maar ik heb nog nooit een zo perfecte garnalenbisque gegeten als daar in het restaurantje “bij Carmita” waar ik 2 dollar betaalde voor dit gastronomisch hoogtepunt.  Wat zou je voor dit gerecht betalen in een Nederlands of Belgisch restaurant vraag ik mij af ?

Dat Ayangue zo weinig bekend is, is wellicht vooral toe te schrijven aan het feit dat het in tegenstelling tot de meeste kustplaatsen niet vlakbij de Ruta del Sol-autoweg ligt.  Deze komt er wel langs maar vanaf de snelweg moet je een half uur lopen (of tien minuten met de auto rijden) om het dorpje in te komen. 

Mijn buurvrouw gaf aan Ayangue wel te kennen toen zij hoorde dat wij er een weekend heen waren gegaan maar reageerde verbaasd : “Waarom zijn jullie daarheen gegaan ? Daar is toch niets te zien en er zijn in het gehele dorp niet eens geplaveide straten”.

Zij bedoelde waarschijnlijk dat er geen mensenmassa’s, discotheken en caféś zijn en inderdaad zijn de zandstraten stoffig en in het regenseizoen ongetwijfeld zelfs een modderpoel.
​

Maar ik heb op haar opmerkingen maar niet gereageerd want eerlijk gezegd hoop ik dat velen zo blijven denken zodat ik in alle rust kan blijven genieten van de rustieke schoonheid en charme van dit verborgen paradijsje  met zijn vriendelijke bevolking.
Foto

Cuenca

Laat ik er niet omheen draaien: ik hou van Cuenca en aangezien hier vrienden van ons wonen ben ik er in de afgelopen jaren vaak geweest en maakte telkens met veel plezier van de gelegenheid gebruik om de stad beter te leren kennen.
​
Cuenca, de derde grootste stad van Ecuador, met circa 500.000 inwoners, op 2500 meter hoogte gelegen in het Andesgebergte en omringd met idyllische landschappen, met een ontelbaar aantal kerken en historische gebouwen (Unesco Werelderfgoed sinds 1999) is dé plek voor de Ecuador-reiziger op zoek naar cultuur, natuurschoon en fotogenieke plekjes.

In de meeste reisgidsen zal je uitgebreide beschrijvingen vinden over de vele bezienswaardigheden van de stad. Maar ofschoon ik misschien niet helemaal objectief ben zou ik aan deze beschrijvingen willen toevoegen dat Cuenca de charmantste stad van Ecuador is, waar de meer dan vierhonderd jaar oude Spaans-koloniale cultuur, tradities, oude ambachten en gastronomie wellicht het best bewaard zijn.
Foto
Zo gauw je, van welke richting ook, de stad binnenkomt, valt de homogeniteit op van de Spaans-koloniale architectuur van de vele monumenten en herenhuizen. Een verademing voor iemand die -zoals ik- in Guayaquil woont en gewend is aan de afzichtelijke sloppenwijken waar je langs rijdt voor je de stad in komt.

​Een taxichauffeur met wie ik onlangs, onderweg van het busstation naar het centrum van Cuenca een praatje maakte, wees mij er op: ‘In Cuenca zijn geen marginale wijken, wel vind je hier nog echte volksbuurten met bewoners die er al sinds generaties wonen en zowel de huizen van de rijken als de minderbedeelden zijn in dezelfde typisch Cuenca-stijl gebouwd.’  Hoe ziet die stijl eruit? Wel, ik zou de karakteristieken als volgt beschrijven: natuurstenen, lemen of witgeschilderde bakstenen gevels met Spaanse en Franse versieringen, balkons en rode pannendaken.  

Cuenca is een stad die zich er bij uitstek toe leent om wandelend te verkennen. Laat daarom gauw je spulletjes in je hotel en maak een wandeling door het historisch centrum, te beginnen in het Parque Calderón. Onveiligheid is hier in tegenstelling tot andere steden in Ecuador geen probleem en dat merk je meteen. Je loopt hier op je gemak en alsof je in een dorp bent in plaats van in een middelgrote stad zullen voorbijgangers je zelfs vriendelijk groeten.  

Het Calderón-park met zijn eeuwenoude bomen, genoemd naar de held die amper zeventien jaar oud in de Onafhankelijkheidsoorlog sneuvelde en wiens standbeeld in het park (met de vlag tussen zijn tanden?) een prominente plaats inneemt is dé ontmoetingsplaats, zowel van de lokale bevolking als de toeristen en de ideale plek om de sfeer van de stad te proeven.  
​
​De imposante kerk tegenover het park is de Nieuwe Kathedraal waarvan de bouw in 1880 werd begonnen en pas in 1975 werd voltooid. ‘Ik wil een kerk die zo groot is als het geloof van onze bevolking,’ aldus luidde de opdracht van de toenmalige bisschop aan de architect. En inderdaad is deze kathedraal die plaats biedt aan 10.000 personen de grootste van het continent en met zijn rijkelijk van marmer voorziene interieur en prachtige glas in loodramen ook één van mooiste kerken.

Foto
Wat de Champs Elysées voor Parijs zijn, Fifth Avenue voor New York, de Kalverstraat voor Amsterdam is, op bescheidener schaal, de Calle Larga voor Cuenca. Deze lange straat die begint bij het Calderón-park, met vele mooie herenhuizen en gebouwen is een opeenvolging van alle mogelijke soorten winkels, restaurants en andere gebouwen en is als het ware het uitstalraam van Cuenca. Via de zijstraten kom je bij pleintjes, overdekte markten en de rivier van waaruit je van een uniek gezicht op historisch stadscentrum kunt genieten
Foto
Ik raad je echter aan om verder zuidwaarts te lopen. Dan kom je bij de drukke Avenida Huayana Cápac. Hier vind je één van de oudste wijken van de stad, namelijk El Barrio de Las Herrerías (ofwel de ‘Smidsenbuurt’), welke vóór de industrialisatie de grens vormde met het omliggende platteland en waarvan de oorsprong dateert van vóór de komst van de Spanjaarden.
Boeren kwamen hier om de hoeven van hun trekpaarden te laten beslaan voor zij met hun koopwaar naar de markt gingen. Er waren ooit  meer dan vijftig smidsen in de wijk gevestigd, maar tegenwoordig is het een pittoreske buurt met ouderwetse, witgeschilderde lemen huizen. Er zijn nu nog slechts een vijftal ijzersmeden te vinden welke vooral gietijzeren kunstvoorwerpen zoals kruizen, straatlantaarns, sierhekken en andere decoratieve producten voor in en om het huis verkopen. 
De wijk is de laatste jaren echter bekend geworden omwille van de traditionele koffiehuizen waar lokale gastronomische specialiteiten op basis van maïs, zoals tamáles, humítas en quimbolítos in grote pannen worden bereid en met grote mokken sterke zwarte koffie of chocolademelk aan de bezoekers worden geserveerd.
Wandelen in Cuenca en vooral rondkuieren in deze wijk biedt een unieke blik op de identiteit van een stad in het Andesgebergte waar het respect voor het verleden voelbaar is en is een (wat mij betreft steeds terugkerend) hoogtepunt van een verblijf in Ecuador waar ik je met deze impressies graag deelgenoot van wil maken.
Foto

Hostal Runa Huasi Salasaca

Als Salasaca slechts bij weinig toeristen bekend is, het hostal "Runa Huasi" in Salasaca is (behalve bij ingewijden zoals groepen studenten uit Quito)  waarschijnlijk nog veel minder bekend. En, toegegeven, het kost ook wat moeite om vanaf het centrum van Salasaca het hostal te vinden  maar als je aan om het even wie de weg vraagt, zal men het je precies kunnen uitleggen want Alonso Pilla, de vriendelijke eigenaar is bij iedereen bekend. Bij mijn recente uitstapjes naar Pelileo en Salasaca  verbleef ik in dit eenvoudige maar van alle noodzakelijke gemakken voorziene hostal. En ik genoot van de gastvrijheid van de eigenaar en zijn familie die er alles aan doen opdat je je thuis zou voelen bij hen en om je de pre-colombiaanse cultuur van de Salasaca te laten ervaren.

Het hostal is bovenop een heuvel gelegen en heeft een geweldig uitzicht op de omringende natuur : het platteland en het Andeslandschap met in de verte, op onbewolkte dagen, het indrukwekkende silhouet van de Chimborazo, Altar en Tungurahua-vulkanen.  Rondom het hostal zelf is een tuin met fruitbomen, bloemen en medicinale planten waarvan Alonso niet alleen de namen weet maar ook precies kan vertellen voor welke aandoeningen en kwalen deze van oudsher worden gebruikt.
Foto
Onvervalste gastvrijheid en passie voor zijn inheemse (Andes) cultuur zijn Alonso op het lijf geschreven en hij deelt zijn kennis en ervaringen met zichtbaar enthousiasme met zijn gasten. 

Oorspronkelijk (gedurende ruim acht jaar)  opgeleid als artisanaal wever van wandkleden verliet hij zoals zovelen van zijn dorpsgenoten  Salasaca om - in zijn geval - op de Galapagoseilanden in de toeristische sector te gaan werken.  Het bloed kruipt echter waar het niet gaan kan, en vijftien jaar geleden kwam hij terug om zijn  droom te verwezenlijken en in Salasaca een eigen hostal te beginnen.

Het design en de inrichting ervan had hij exact in zijn gedachten : een gebouw in traditionele indiaanse stijl, met lemen muren en een rieten dak, met verschillende terrasjes, waaronder één wat groter met hangmatten en een groot houtvuur, alle met uitzicht op de rivier en de groene vallei. Verder een eetkamer annex zithoek waar het door Alonso en zijn echtgenote overheerlijke ontbijt wordt geserveerd.  Een viertal comfortabele kamers  hebben verschillende opties, ook voor grotere groepen. Belangrijk te vermelden is ook dat warm water overvloedig beschikbaar is (in deze regio helaas niet altijd vanzelfsprekend). 

Alonso was niet alleen de architect van zijn eigen hostal maar bouwde het met de hulp van enkele familieleden ook eigenhandig en niet alleen is alles aanwezig om de gasten een authentieke verblijfservaring te bieden, Alonso verzorgt ook  activiteiten die aan het verblijf in deze gemeenschap een extra culturele dimensie geven. Zo kun je weeflessen volgen op de originele ambachtelijke weefgetouwen waarbij je informatie krijgt over de vele symbolische betekenissen van de figuren die op de inheemse kleding en wandversieringen voor komen zoals liefde, kracht, oorlog, vrede, geluk enzovoort. 

In de omgeving zijn ook wandelpaden die onder andere naar sacrale plaatsen van de Incas en Salasaca leiden waar zij in de pre-Colombiaanse tijd samen kwamen om te bidden of om rituele offers te brengen voor betere oogsten.  Er zijn verschillende opties voor (door Alonso)  begeleide wandeltochten. Zo  is er een wandeltocht van vier uur maar ook een ééndaagse tocht naar de Teligote-berg waar een grote variëteit medicinale planten aangetroffen wordt en (als je geluk hebt) je de vlucht van de grijze adelaar en condor kan waarnemen.  Deze bergtop biedt ook een prima uitzicht op het unieke Andes-landschap met de omringende vulkanen en andere bergtoppen. 

Voor hen die Salasaca willen leren kennen en de rurale Ecuadoriaans-indiaanse cultuur willen ervaren wil ik hierbij dit hostal van harte aanbevelen.  Ik kan je geen prijzen opgeven maar als je via mij wil boeken, krijg je gegarandeerd een aantrekkelijke korting op de alleszins reeds redelijke accomodatieprijs.
Foto
Foto
Foto
Foto
  • Home
  • Emigratie
    • Waarom Ecuador?
    • Waar wonen?
    • Mijn woonplaats
    • Verblijfsvergunning
    • Veiligheid
    • Voordelen voor 65+
    • Politiek en economie
    • Gezondheidszorg
  • Reizen
  • Blog
  • Over Mij
  • Contact